Zestien uur slaap per nacht heeft hij nodig, anders kun je hem wegdragen. Woody Allen overdrijft graag, maar komt wel elk jaar met een nieuwe film. Eind vorig jaar verscheen ‘To Rome with love’, de opvolger van ‘Midnight in Paris’.
De film begint met een agent die midden op een groot plein in het centrum van Rome het verkeer staat te regelen. Hij ziet de mensen, hij ziet het (dagelijks)leven en komt tot de conclusie dat alles in Rome een verhaal is.
De verhaallijnen lopen dwars door elkaar. Zo is daar Woody Allen zelf. Hij is de schrijver en regisseur van de film en speelt een rol als gepensioneerd operaregisseur, die verwoede pogingen in het werk stelt een zingende begrafenisondernemer het podium op te krijgen. Verder volgen we een pas getrouwd stel dat hun honeymoon viert in Rome. Dat ze beiden het bed delen met iemand anders mag geen verwondering wekken voor wie het werk van Allen een beetje kent.
Een oudere architect voorziet een student, die zijn eerste schreden op het liefdes pad zet, van adviezen. Hij duikt overal in de film op als een soort geestverschijning. In de vierde verhaallijn speelt Roberto Benigni een belangrijke rol. Vanuit het niets wordt hij wereldberoemd. Benigni is de bekende vrolijke Italiaanse acteur die ooit in ‘Hier is Adriaan van Dis’ bij de gastheer op schoot klom.
De verhaallijnen hebben, behalve dat ze zich allemaal in Rome afspelen, weinig met elkaar gemeen. Ze bestaan uit scherpe dialogen met veel humor en ironie, een beetje het handelsmerk van Woody Allen. Als de grote regisseur zijn aanstaande schoonzoon ontmoet en deze vraagt hoe de vlucht is geweest mompelt Allen: “ Ach, beetje turbulentie. Je leest het morgen wel in de krant als ze de zwarte doos hebben gevonden”.
De film verteld geen diepgravend verhaal. Wel krijgen we een mooi beeld van Rome te zien. De muziek die eronder zit versterkt dit beeld. Je blijft als kijker vrolijk achter als de aftiteling langs komt.