Rome, voorjaar 2016. In de auto onderweg naar de begrafenis van een oom, bekent Manuel aan zijn vader en broer dat hij iemand vermoord heeft. Dat het slachtoffer in zijn appartement ligt, een paar etages boven de woning van zijn vader. Samen met Marco heeft hij na dagenlang alcohol- en cocaïnegebruik Luca Varani naar zijn appartement gelokt en de beestachtige moord uitgevoerd.
Lagioia heeft zich vijf jaar lang bijna obsessief met de zaak bezig gehouden. Een moord die Italië maandenlang in zijn greep hield. Hij heeft familie en betrokkenen geïnterviewd. Het boek is een minutieus verslag van twee normale jongemannen, verstrikt in een relatie met seksuele spanningen, verongelijktheid en waanideeën. Met de schrijver daal je af in het delirium van Manuel en Marco.
Tegelijk schetst Lagioia een beeld van de inwoners, de fonteinen, de straten van de oude stad Rome waardoor je haar bijna kunt ruiken. Een geur van verval.
De overpeinzingen over zijn eigen leven en zijn contacten op straat met inwoners van de stad maken het ook een persoonlijk verhaal. Hoe verhoudt de schrijver zich tot deze misdaad, de daders en het slachtoffer? Die worsteling geeft het boek een extra laag.
Stad van levenden van Nicola Lagioia is geen gemakkelijk boek, bij tijd en wijle zelfs benauwend. Toch raak je als lezer volledig gefascineerd door het verhaal en is het boek moeilijk weg te leggen. Dat is de verdienste van de schrijver die een literaire meesterproef heeft afgelegd in het genre van waargebeurde misdaadverhalen.