De body changes, the mind not, schrijft Pieter Waterdrinker. Zijn tiende roman speelt ten tijde van het vleermuizenvirus. In Sint- Petersburg, zijn woonplaats, gaat alles wat geen apotheek of supermarkt is, dicht. De doodskop van de Sovjet-Unie, van het communisme, van tekorten schemert weer door het kapitalistische masker heen, lezen we op bladzijde 30.
Hij besluit Rusland te verlaten en zijn intrek te nemen in het door het Letterenfonds beschikbaar gestelde schrijvershuis aan het Spui in Amsterdam, om te werken aan zijn nieuwe boek. Van hieruit komen de verschillende verhaallijnen bij elkaar. Allereerst is daar Eva, een 30-jarige brunette met grote hertenogen. De schrijver laat zich haar gezelschap met gespeelde tegenzin aanleunen. Vanuit hun vakantieadres in Frankrijk probeert zijn stikjaloerse vrouw enige controle te houden door hem voortdurend op te bellen en eist daarbij dat de camera aan staat. Wanneer de ex-vriend van Eva, de rap dichter en vorige bewoner Winston Wow langskomt, lopen de spanningen hoog op. Door een onaangekondigd bezoek van zijn vroegere schoolvriend Otto Brons raakt de schrijver pas echt in de problemen. De vraag is of hij alles wat er in het schrijvers appartement is voorgevallen, zal opbiechten aan zijn vrouw.
De keren dat ik met Eva alleen was geweest, had de duivel slechts op mijn schouder getikt. Nu was hij met zijn zoete verleidingen in mijn ruggengraat geschoten’
Waterdrinker kan schrijven als de ziekte en de humor ontbreekt niet. Hij bewandelt verschillende zijpaden, maar komt steeds terug bij de kern van zijn verhaal. Door het gemak en het plezier waarmee hij zijn (sterke) verhalen de wereld in slingert, schiet je door het boek heen. Het is de vraag of het allemaal op waarheid berust. In de verantwoording staat: Deze autobiografische roman is een werk van fictie. Daar moet de lezer het mee doen.
Biecht aan mijn vrouw is ook als luisterboek beschikbaar. Eerder werd op ons blog Tsjaikovskistraat 40 besproken. Eveneens een fantastisch boek en ook als luisterboek te downloaden.