Het succes van Mars, verfilmd als The Martian, zal schrijver Andy Weir aangenaam hebben verrast. Never change a winning team, moet hij gedacht hebben. Zijn tweede SF roman heeft namelijk dezelfde ingrediënten. Een toekomst die niet zo ver weg lijkt te liggen, een vindingrijke held, uitleg van natuurkundige principes en een schrijfstijl waarmee een literaire prijs verder weg lijkt dan de maan.
Want over dat hemelobject gaat het dit keer. Op de maan staat een nederzetting met vijf koepels en tientallen verdiepingen.
Het economische leven draait om toerisme en de productie van aluminium. In deze stad probeert Jazz het hoofd boven water te houden door naast haar koeriersdienst illegale producten van de aarde te smokkelen. Als haar grootste klant, een miljardair, haar een voorstel doet om de aluminiumproductie te saboteren, komt ze in grote problemen. De aluminiumfabriek is een witwasoperatie van de maffia. Braziliaanse maffia in dit geval.
Maar je hoeft je geen zorgen te maken, Jazz komt altijd op haar voeten terecht al duurt dat door de geringe zwaartekracht iets langer dan normaal. Ze is een heldin met ballen, rechtstreeks uit een Hollywoodproductie*. Gewapend met sarcastische humor en veel slimmer dan de gemiddelde maanbewoner.
Weir heeft een lekker ruimteavontuur geschreven. Daar horen platte personages bij, een voorstelbare omgeving en de eerder genoemde humor die mij in ieder geval een paar keer deed grinniken. Dat Weir geen groot schrijver is doet er daardoor niet zo veel toe. Dan Brown is ook geen groot stylist om maar eens een vergelijking te maken.
* de rechten zijn verkocht aan 20th Century Fox