Eigenlijk is het niet nodig om een blog te schrijven over een nieuw boek van Deon Meyer. Hij staat garant voor geweldige thrillers die hun weg wel vinden naar de liefhebbers, maar met Koorts schreef Meyer een post-apocalyptische avonturenroman. Een waagstuk, maar de Meyer-fan kan gerust zijn. In Koorts laat hij zien dat hij een geweldige schrijver is en het platgetreden genre van de mens-na-een-wereldwijde-ramp zijn eigen glans geeft.
Willem Storm probeert met zijn 13-jarige zoon Nico te overleven in Zuid-Afrika na de uitbraak van een virus waardoor in korte tijd 95% van de mensheid is omgekomen. Willem is een denker en visionair en wil een nieuwe samenleving opzetten met andere overlevenden. Nico is uit ander hout gesneden, lijkt op zijn verdwenen moeder. Hij redt met dodelijk geweld tot twee keer toe zijn vader die hiertoe niet in staat blijkt. Dat verandert de relatie tussen vader en zoon, zeker als de enigmatische Domingo zich aansluit bij de groep. Domingo heeft duidelijk een militaire achtergrond en is voor Nico een rolmodel.
Het boek bestaat uit de memoires van Nico aangevuld door interviews met andere bewoners van de nieuwe nederzetting. Al snel weet je dat Willem vermoord zal worden. De vader-zoon verhouding krijgt door deze wetenschap en door die veranderde relatie een lading die Meyer prachtig neerzet. Net als de andere personages en de beschrijving van het leven na de koorts. Het beste en slechtste van de mens, de wil om te overleven, de onderlinge verhoudingen en de uitbarstingen van geweld zorgen voor spanning. En Meyer zou Meyer niet zijn als hij niet een daverende verrassing in petto heeft op het eind van dit lekkere dikke boek.