Veel goeds komt er niet uit IJsland de laatste tijd, vallende banken en opstijgend vulkaanas. Gelukkig is daar Arnaldur Indridason van wie met grote regelmaat een nieuwe thriller rond Erlunder verschijnt. In Onderstroom is Erlunder op vakantie, waarschijnlijk weer op zoek naar het lichaam van zijn broer die jaren geleden tijdens een sneeuwstorm verdween. Het schuldgevoel over zijn broer geeft de verhalen rond Erlunder reliëf.
In de laatste Indridason moet collega Elínborg de moord op een man oplossen. Hiermee is ze hoofdpersoon en dat geeft Indridason de tijd om haar karakter en leven meer uit te werken dan in de vorige boeken. Al gauw weten we dat ze graag mag koken. Beu van het doorgekookte eten van haar moeder, begint ze de kunst van het eten bereiden onder de knie te krijgen. Ze heeft er zelfs een kookboek over geschreven, Gerecht en wet. Wat die twee met elkaar te maken hebben krijgen we niet te lezen. Wel krijgen we een inkijkje in haar privéleven. Alledaagse beslommeringen met puberzoons, een doodgoeie echtgenoot en een hoogintelligente dochter. En heel veel gekook. Daarmee schetst Indridason een wel heel gemiddeld leven wat je doet verlangen naar de somberte van Erlunder, als Elínborg voor de zoveelste keer haar tandooripot vult met lamsvlees. Zelf vind ik tandoori erg lekker, al kom ik meestal niet verder dan de kiptandoori van Honig, maar allemachtig Indridason! Te veel tandoori maakt dat je verlangt naar aardappelen met jus. Gelukkig is de speurtocht van Elínborg naar de moord op een verkrachter er eentje van kleine aanwijzingen die langzaam vorm krijgen. Daar laat Indridason zijn kunnen zien.
Voor zover ik weet is dit de eerste moord die opgelost wordt door de geur van tandoori, dat dan weer wel, maar laat Erlunder zo snel mogelijk terugkomen van zijn obsessieve zoektocht.