Elk jaar een ijzersterke thriller van Michael Connelly is een van de dingen waar je als liefhebber op kunt rekenen.
In De nachtploeg geen Harry Bosch of Mick Haller, maar een nieuwe speurder, Renée Ballard. Zij is naar de nachtploeg “gepromoveerd” nadat ze haar baas beschuldigde van seksuele intimidatie en haar toenmalige partner haar hierin niet steunde. Tijdens haar dienst krijgt ze een oproep. Een transgender is voor dood achtergelaten op een een parkeerterrein. Nog maar nauwelijks bezig met deze zaak, wordt ze opgeroepen om naar een schietpartij in een bar te komen.
Het is het begin van een geweldige politiethriller. Zo eentje waar Connelly patent op heeft. Zijn personages worden haarscherp neer gezet. Het plot zit geweldig in elkaar. En Connelly neemt altijd de tijd om de procedures en opsporingstechnieken van de politie in Los Angeles uit te leggen. Heerlijk vind ik dat, je bent aan het onthaasten terwijl de spanning langzaam toeneemt.
Dat hij met Ballard gewoon een jonge, vrouwelijke versie van Bosch introduceert, maakt het feest alleen maar groter. Want nu Harry met pensioen is en werkt als privédetective, is er gewoon behoefte aan een nieuwe, gecompliceerde, eigenzinnige rechercheur. Aan Ballard gaan we nog heel veel plezier beleven.