Heel veel heb ik eigenlijk niet toe te voegen aan een eerder blog over Pieter Waterdrinker, als je hem nu nog niet leest dan heb je niet goed opgelet. Met Waterdrinker hebben we een voortreffelijke schrijver die ons alle hoeken en gaten laat zien van het grote Rusland.
Waterdrinker had zijn schrijverschap bijna opgegeven, gefrustreerd als hij was over het aantal verkochte boeken. Met het verzoek van de uitgever om een boek over de Russische revolutie te schrijven, kan hij in eerste instantie niet zo goed uit de voeten. Zijn frisse tegenzin om aan een nieuw boek te beginnen, laat hij met sardonisch genoegen doorschemeren in Tsjaikovskistraat 40.
Het boek is geen geschiedschrijving geworden, het is een persoonlijk verslag van zijn leven in Rusland, vermengd met historische verhalen en scheldkanonnades op Lenin, de literaire wereld, de westerse wereld en oplichters.
Een oplichter die zijn ouders uitmelkt waardoor ze na een leven van hard werken, nog harder moeten werken om het hoofd boven water te houden. De heer Fopmans (…) waarmee Waterdrinker zelf slachtoffer wordt van de geldzucht van een ander. Mensen met een zwart hart. Waterdrinker heeft het hart in ieder geval op de goede plek. Met het voorschot dat hij krijgt voor dit boek, sponsort hij zijn zwager die met een zeilboot een zeilschooltje wil beginnen.
De avonturen die hij beleeft schetsen een mooie kerel die nauwelijks op zoek hoeft naar verhalen, die vinden hem wel. Net als bij zijn vorige boeken, of het de romans of de journalistieke verhalen zijn, is het alsof je aan de keukentafel in het appartement van nummer 40 zit. Waterdrinker vertelt meeslepend en serveert een glas wodka en een stukje worst. Voordat je het weet is het ver voorbij bedtijd.
Kortom, voor eens en voor altijd, lees die man.