
Eerlijk gezegd ging het wat langs me heen in de jaren 70, het bloederige, linkse activisme van de Rote Armee Fraktion in West-Duitsland en de Rode Brigades in Italië. Nu zouden het op de eerste plaats terroristische organisaties zijn, toendertijd werd er nog veel gezegd en geschreven over de linkse idealen waar ze voor stonden.
In De verloren dochter speelt de ontvoering van Aldo Moro in 1978 door de Rode Brigade een grote rol. Moro werd uiteindelijk dood teruggevonden in een kofferbak, doorzeefd met kogels. Hij stond op het punt om tot president gekozen te worden en zijn dood heeft een enorme impact gehad op de Italiaanse samenleving. Van sympathie voor de Rode Brigade is geen plaats in de nieuwe thriller van Lucretia Grindle, die met Villa Triste al een zeldzaam mooi boek heeft geschreven. Wel krijg je al lezende veel mee over het Italië in de jaren 70 en hoe de terreur van de Rode Brigades kon ontstaan.
De verloren dochter is een verhaal waarin verleden en heden elkaar afwisselen om zo steeds meer prijs te geven over die ontvoering in 1978. Grindle beheerst de flashback als geen ander en schrijft met zachte hand het verhaal van een jonge Amerikaanse studente in Florence.
Zij komt niet terug van een vakantie met een oudere man op wie ze verliefd is. Haar vader en stiefmoeder zijn vanuit de VS naar Florence afgereisd om haar 18e verjaardag te vieren en slaan alarm. Commissaris Pallioti en inspecteur Enzo Saenz, die we kennen uit Villa Triste, hebben in eerste instantie weinig trek om op zoek te gaan naar weer zo’n weggelopen tiener, maar als ze achter de identiteit van de man komen, lijkt het romantische uitje een regelrechte kidnapping.
Net als in Villa Triste gaat het om keuzes met grote gevolgen en opnieuw weet Grindle de lezer het boek in te trekken. Misschien is het iets minder rijk als zijn voorganger, maar dit boek mag je domweg niet laten liggen.