Een boekje dat gaat over de perikelen van dertigers, wil je dat lezen als je maar liefst tweemaal zo oud bent? Ja dus. Volgend jaar hoopt jongste dochter haar dertigste verjaardag te vieren, en dan zou dit boek een toepasselijk cadeautje kunnen zijn. Maar dan moet ik wel zeker weten dat ik haar geen kat in de zak geef.
Lianne Sanders (30) en Suzette Hermsen (31) zijn freelancers en journalisten. Verder hebben zij met elkaar gemeen dat ze in tegenstelling tot veel leeftijdsgenoten in hun kennissenkring nog niet getrouwd zijn, geen huis en goedbetaalde baan hebben en ook nog geen kind(eren). Daar houden de overeenkomsten op. Lianne zit midden in een burn-out en krabbelt daar moeizaam uit; Suzette gaat nuchter en optimistisch om met alles wat op haar pad komt. In dit boek komen ze om de beurt aan het woord en geven ze openhartig en met humor een kijkje in hun leven. Dit doen zij in hoofdstukken met titels als:
- Waarom je niet meer bij je moeder wilt wonen als je bijna dertig bent (Lianne)
- Ik ben al twaalf jaar volwassen, maar voel het me nog altijd niet (Suzette)
- Ik was de hele tijd bang, maar wist niet goed waarvoor (Lianne)
- Dat je niet meer op reis kunt zonder dat mensen denken dat je ten huwelijk wordt gevraagd (Suzette)
- Ik werd zo zweverig dat ik soms bang was dat ik opsteeg (Lianne)
- Tegenwoordig is iedereen authentiek, wat het meteen weer een boel minder authentiek maakt (Suzette)
Lianne is naar mijn smaak wat veel bezig met zaken als leven in het nu, mediteren en in verbinding zijn met zichzelf, maar voordat ik echt met kromme tenen zat te lezen gooide ze er wat zelfspot en rake oneliners doorheen. En sommige van haar inzichten zijn best verhelderend.
Verder is dit gewoon een herkenbaar en vaak vermakelijk boekje, plezierig leesvoer voor dertigers maar net zo goed voor hun moeders (die het volwassen worden ook nog niet allemaal onder de knie hebben). In elk geval komt Lekker laten lullen alvast op het lijstje met cadeau-ideeën.
Eerder verscheen van hun hand Zeik niet zo; het echte leven van de millennial. Dit schreven ze samen met mede-journalist Anouk Kemper.