De Loney is het gebied tussen de rivieren Wyre en Lune ten noordwesten van Manchester. Een gebied waar stormen de Ierse Zee onveilig maken en de sterke getijden elk jaar slachtoffers maakt. Waar dichte mist plotseling kan opkomen en de zompige bodem je maar moeilijk los wil laten.
Deze streek is de achtergrond van het verhaal dat de verteller begint als hij in het nieuws over de vondst van een kinderlijkje hoort. Dit brengt hem terug naar traumatische gebeurtenissen in het jaar 1976.
Tonto Smith woont met zijn ouders en oudere, geestelijk beperkte broer Hanny in Londen. Het gezinsleven draait om een sterk katholiek geloof, vooral uitgedragen door de moeder. Met Pasen gaat het gezin met een nieuwe priester en twee andere stellen op pelgrimage naar Moorings om het heiligdom te bezoeken waar ooit Sint Anne is verschenen aan een drietal boerenkinderen. Hier hopen ze op een wonder voor Hanny, die nog nooit een woord gesproken heeft. Tonto is de enige die Hanny begrijpt en hij probeert zijn oudere broer voortdurend te beschermen.
Debutant Andrew Michael Hurley heeft zelf een katholieke achtergrond en weet de personages met hun devotie, twijfels, schuldgevoelens en jaloezie mooi neer te zetten. De grote kracht ligt echter in de griezelige en mysterieuze sfeer die hij weet op te roepen en waaraan vanaf het begin geen ontsnappen mogelijk is. De Loney is zelf een personage, iemand voor wie je maar beter gewaarschuwd kan zijn.
Het verhaal lijkt in zwart-wit gefilmd, met onwillige dorpsbewoners, een duister huis dat alleen bij eb bereikbaar is en onheil dat bijna tastbaar wordt. Hurley bouwt het verhaal geweldig op en laat je lang in het ongewisse. Het duurt wel even voordat je De Loney achter je kunt laten, het verhaal kruipt als een kille mist langs je botten.
Grootmeester Stephen King: “De Loney is niet zozeer goed, het is geweldig. Het is literatuur van formaat“. Na een weekend onderdompeling in de onbarmhartige streek De Loney kan ik zijn enthousiasme alleen maar delen. Gothic horror op zijn best. De vertaling van Bart Kraamer verdient overigens alle lof.
Pingback: De duivel in ons | Bibliotheken Mar en Fean
Pingback: Koude spanning | Bibliotheken Mar en Fean