Nynke Andringa
Soms lees je een boek dat je volledig in de greep krijgt. Dat overkwam mij met Een klein leven van Hanya Yanagihara. Het is een prachtig geschreven verhaal en tegelijkertijd schokkend.
Vier jongens komen op de universiteit met elkaar in contact en sluiten vriendschap voor het leven. Het leven van deze vrienden wordt vanuit wisselend perspectief verteld, waarbij Jude de centrale en bindende figuur is. De onderlinge vriendschappen ontwikkelen zich, ook al waaieren hun levens uit elkaar en zien ze elkaar soms maanden niet. De vriendschap blijft, ondanks wrijvingen en verwijderingen, want de banden zijn hecht.
Jude is zeer gesloten over zijn leven voor zijn 16e, ook tegenover zijn vrienden laat hij er niks over los. Gaandeweg het boek kom je als lezer meer te weten over de traumatische verschrikkingen in zijn jeugd die hem voor het leven psychisch en fysiek hebben beschadigd. Hij torst het verleden met zich mee als een groot geheim, is onmachtig erover te praten en heeft een verwrongen zelfbeeld.
”Maar dan kan hij zich net zo goed afvragen – wat hij ook vaak doet – waarom hij de afgelopen achtentwintig jaar van zijn leven heeft laten bepalen door de eerste vijftien. Hij heeft onnoemelijk veel geluk gehad, hij leidt een leven waar anderen van dromen, dus waarom blijft hij de gebeurtenissen van zo lang geleden dan steeds opnieuw voor zich zien en afspelen in zijn geest? Waarom kan hij niet gewoon genieten van het heden? Waarom moet hij zijn verleden zo veel eer gunnen? Waarom wordt het steeds levendiger in plaats van doffer, naarmate hij het verder achter zicht laat?” Bepaalde gedeelten zijn heftig en hartverscheurend om te lezen. Toch zit er in het boek ook de nodige humor, dat het geheel luchtiger maakt.
Het gaat te ver om te zeggen dat je dit boek in één adem uitleest want het telt 750 pagina’s, maar ik kon er niet in ophouden. Een boek dat je bijblijft.