Don Leo

Don Leo blog
Don Leo – Bert Nederlof

Al op elfjarige leeftijd spreekt een Rotterdams jongetje de wens uit voetbaltrainer te willen worden. In 2015, na een periode van vijftig jaar zet Leo Beenhakker een punt achter zijn imposante trainerscarrière. De markante trainer vertelt zijn levensverhaal aan Bert Nederlof in de biografie Don Leo.

Als klein jongetje bezoekt Beenhakker aan de hand van zijn vader de wedstrijden van Feijenoord in de Kuip. Daar komt  abrupt een einde aan als zijn vader op 39-jarige leeftijd sterft. Vanaf dat moment is het armoe troef in huize Beenhakker. De school interesseert de jonge Beenhakker weinig. Na enkele kortstondige baantjes besluit hij zich vol op het trainersvak te storten. Al spoedig dient de eerste profclub zich aan, hij wordt hoofdtrainer van Veendam.

In Don Leo worden vervolgens alle vijftien profclubs waar Beenhakker heeft gewerkt, alsmede zijn uitstapjes als bondscoach, chronologisch besproken. Kort nadat hij bij Volendam is ontslagen staat plotseling Real Madrid op de stoep. Je gelooft het niet. Deze man moet wel over een enorm netwerk hebben beschikt. Bij de meeste clubs wordt Beenhakker ontslagen of neemt zelf ontslag. Vrijwel geen enkel contract dient hij uit. Tijd om bij te komen heeft hij niet. Bij thuiskomst rinkelt meteen de telefoon en de volgende werkgever dient zich aan.

Het boek leest heerlijk weg en Beenhakker ontpopt zich als een goede verteller. Zijn grote kracht als trainer is dat hij de uitdaging niet schuwt en van spelers met verschillende achtergrond en cultuur een hecht team weet te smeden. De Rotterdammer is een mensenvriend en met de meeste spelers kan hij nog goed door één deur. Ook met Johan Cruyff, met wie hij in 1980 een flinke aanvaring heeft. Beenhakker is op dat moment hoofdtrainer bij Ajax en Cruyff neemt plotseling naast hem plaats in de dug out om het wisselbeleid van de coach aan de kaak te stellen. Het is een publieke vernedering. Alleen met opgewonden standje Hugo Sanchez en assistent trainer van het Nederlands Elftal Nol de Ruiter is het nooit meer goed gekomen.

Op de achterflap lezen we dat Beenhakker bekend staat om zijn gevoel voor humor. Dat er dan zo weinig anekdotes in het boek staan is een gemiste kans. Een beetje storend is het door Beenhakker gebezigde populaire taalgebruik. Zinnen als: Dat dus, Hebbie um, Toch?, Mis ik wat en Kan ik u melden is het gebruik van de Nederlandse taal op z’n lelijkst.

Los van deze kritische noot is deze schelmenroman een feest van herkenning voor de al wat oudere voetballiefhebber. Alle spelers van vroeger komen nog een keer langs. Het boek bevat enkele fraaie kleurenfoto’s. Achterin staat het uitgebreide en indrukwekkende cv van Leo Beenbakker, waar waarschijnlijk geen enkele trainer ter wereld aan kan tippen.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven