De kunst van het veldspel

Naar catalogus
Naar catalogus

In De Wereld Draait Door bespraken een aantal weken geleden drie mannen met grijze haren hun favoriete sportboeken. Aanleiding was het boek De kunst van het veldspel. De heren, Matthijs van Nieuwkerk, Jan Donkers en Mart Smeets kraaiden van plezier over dit in hun ogen meesterwerk van debutant Chad Harbach, net als heel veel andere recensenten.

De sport waar het om draait in de boek is honkbal. Een sport waar je zo goed bent als je statistieken. Alles wat je doet op het veld lijkt te verdwijnen in een excel-bestand. Een sport waarin ogenschijnlijk zo weinig gebeurt als honkbal, is statistiek nodig om het wat interessanter te maken, denk ik dan.

Het verhaal speelt op een tweederangs universiteit in Wisconsin en draait om vijf personages. Tijdens een honkbalwedstrijd in het land ontdekt Mike Schwartz, aanvoerder van de honkbalploeg van Westish College, de 17-jarige Henry Skrimshander. Henry is een talent met een sierlijke intuïtie voor de bal. Vlak voor zijn doorbraak met het universiteitsteam laat zijn intuïtie hem in de steek. Hij begint na te denken en weet geen bal meer goed te vangen of te gooien. Voor het zover is hebben we kennis gemaakt met Owen, de homoseksuele kamer- en teamgenoot van Henry, hetero-rector Affenlight die tot zijn grote verbazing verliefd raakt op Owen. En als laatste zijn dochter Pella die haar huwelijk ontvlucht en weer wil studeren.

Honkbal zegt me niet zo veel en misschien is dat de reden dat ik wat moeizaam door het boek kwam terwijl het niet zozeer om de sport draait in het boek. Uiteindelijk is het vooral een boek over vriendschap, opoffering, opgroeien en natuurlijk de liefde. Het is wel typisch Amerikaans in zijn opofferingsgezindheid en optimisme.
Onder het lezen moest ik vaak denken aan Skippy tussen de sterren, een boek dat in een vergelijkbare kleine gemeenschap speelt en dezelfde thema’s heeft. Als De kunst van het veldspel een honkslag in het verre veld is, dan is Skippy een homerun, wil ik maar zeggen.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=ypegDXyvX6g]

4 gedachten over “De kunst van het veldspel”

  1. Tja… Ik vond de pr-campagne rond het boek heel wat beter dan het boek zelf. Als honkbal het hoofdthema is, zorg dan in ieder geval dat je verhaal overeenkomt met de regels van het spel. Op diverse plaatsen in het boek komt het verhaal absoluut niet overeen met de spelregels. Voorbeeld: de korte stop (Henry, dus) vangt bij twee nullen op het bord een line-drive, maar zijn aangooi op het eerste honk is zó slecht dat er nog meer lopers binnenkomen (pag. 330). Fout. Als bij 2 nullen de bal gevangen wordt, is de inning afgelopen, hoeft er niet meer naar het eerste honk te worden gegooid en kan er niet meer worden gescoord. In het boek wemelt het van dit soort storende fouten. Bovendien is de Nederlandse vertaling (ook taalkundig) gewoon niet goed. Rond de honken ligt “dirt”, dat wordt vertaald als zand, maar iedereen die ooit op een veld is geweest, weet dat dit gravel moet zijn.
    Jammer, want dit soort fouten leiden de aandacht af van het verhaal…

    De campagne was beter, veel beter. Smeets in de wereld draait door: “prachtig boek, ik heb het in één ruk uitgelezen.” Een ruk van 526 pagina’s, da’s wel een hele lange ruk. Het zal toch niet te maken hebben met het feit dat dit boek wordt gebracht door dezelfde uitgever als die van Smeets?

    Beetje jammer…

    1. Bedankt voor je reactie. Ik ben zelf geen honkbalkenner, maar als er dergelijke fouten in het boek staan, vraag je je af waarom de schrijver 10 jaar bezig is geweest met het boek.

      1. Tja, ik ben (ex-)honkballer, dus herken ik het allemaal wel. Maar het geeft ook te denken. Mart Smeets weet wel voldoende van honkbal (z’n zoon speeldezelfs nog in Oranje) om al die fouten te herkennen – als hij het boek echt gelezen had…

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven