Het schrijven van columns dateert in Nederland uit de vijftiger jaren. De stukjes heetten toen ‘cursiefjes’. Een cursiefje is een deels verhalend, deels beschouwend prozastukje in een dag- of weekblad. Het gaat over een verschijnsel of voorval uit het alledaagse leven, dat scherp wordt geobserveerd en met humor wordt belicht.Het cursiefje dankt zijn naam aan de cursieve letter waarin het stukje in de krant verscheen. Later werd dit soort stukjes in normaal lettertype in een kadertje gezet. Uit het cursiefje ontwikkelde zich in de jaren 70-80 de column.
De vader van het genre in Nederlandstalig taalgebied is Simon Carmiggelt, onder andere onder het pseudoniem “Kronkel” in Het Parool, van 1946 tot 1983. (met dank aan Wikipedia)
Uit de beginjaren kennen we ook Nico Scheepmaker, Jan Blokker en Annie M.G. Schmidt.
De naam ‘column’ is gebaseerd op de krantenkolom. Het stukje moest passen in één kolom, ergens aan de zijkant van de krant. Anders dan in de zakelijke krantenberichten kon een schrijver in zijn column iets kwijt van zijn persoonlijke mening en observaties.
Vaak verschijnen columns na verloop van tijd als boek. Zo hebben we in de bibliotheek boeken met korte stukjes van Martin Bril, Kees van Kooten, Midas Dekkers, Jan Blokker, Marjan Berk, Youp van ’t Hek en Yvonne Kroonenberg. Een zoekactie ‘columns’ in de catalogus levert honderden titels op (even verfijnen op ‘boeken’ in de rechterkolom, anders zijn het er inclusief krantenberichten zelfs duizenden…).
Een aantal onderwerpen is snel gedateerd en we moeten soms diep in ons geheugen graven om ons te herinneren waar we ons een paar jaar geleden druk over maakten, maar er komen gelukkig ook meer tijdloze zaken aan de orde. Een bundel columns moet je eigenlijk niet in een avondje uitlezen; af en toe een paar stukjes bevalt beter.
Iedereen die graag columns leest kent Aaf Brandt Corstius. Aaf is erfelijk belast wat schrijven betreft: haar vader is Hugo Brandt Corstius – als columnist bekend geworden onder zijn pseudoniemen Piet Grijs, Stoker, Raoul Chapkis en Battus – en broer Jelle schrijft reisverhalen. Aaf schreef eerst voor nrc.next, maar toen ze eenmaal een gezinnetje gesticht had vond ze zichzelf te volwassen worden voor de jonge doelgroep van die krant. Nu staan haar columns in de Volkskrant. Haar plekje in de nrc.next is ingenomen door Renske de Greef, die ook al twee bundels met columns op haar naam heeft staan.
De nieuwste bundel van Aaf heet ABC van het moderne leven. Die titel moest er natuurlijk een keer van komen met zo’n naam. Uiteraard staan de columns alfabetisch in dit boek, van Aandacht voor respect tot Zelfgoogelen. Tussenin staan stukjes met titels als Damschreeuwer, Facebookouders, Hema-hormoon, Opruimgoeroe, Sportschoolblik en Taalklikkers. Het is een keuze uit de columns die verschenen in de NRC Handelsblad, nrc.next, de Volkskrant en VT Wonen, tussen maart 2006 en december 2010.
Het lijkt zo eenvoudig, zo’n stukje schrijven. Maar je hoeft zelf geen columnschrijver te zijn om te weten dat schijn bedriegt. Elke dag of week een onderwerp vinden, erop kauwen, een bondig stukje van vastomlijnde omvang produceren met liefst een paar leuke vondsten, wat zelfspot en een clou – ik geef het je te doen. Wie zich geroepen voelt het te proberen kan hier enkele tips voor een goede column vinden.