Goud begint met een enerverende scène in de kleedkamer van het Olympische wielerstadion van Athene. Zoe en coach Thom wachten op het moment dat ze de finale sprint kan rijden. Door het gestamp van het enthousiaste publiek sijpelt kalk door de kieren in het plafond. De spanning voor de finale maakt Cleave voelbaar zonder dat we met Zoe de wielerbaan opgaan.
Na deze scène springen we naar 2012 en maken we kennis met de hoofdpersonen. De gedreven en cynisch Zoe, haar vriendin en concurrent Kate en haar wielrennende echtgenoot Jack.
Met z’n drieën zitten ze vast in een driehoeksverhouding. Een driehoeksverhouding waarin professionele sport een belangrijke rol speelt en het verleden een schaduw werpt op de verstandhouding tussen de personages.
Spil van het verhaal is de dochter van Kate en Jack. Sophie is acht jaar en onder behandeling voor leukemie. Als Cleave vanuit haar perspectief schrijft, laat hij zien hoe goed hij is als schrijver. De tegenstelling tussen extreem gezonde topsporters en een doodziek kind wordt nergens sentimenteel door zijn strakke pen. Het verhaal is niet altijd even gemakkelijk door de perspectiefwisselingen, maar met Goud krijg je een boek waarin topsport en de gevolgen van een ernstige ziekte “prachtig” beschreven zijn.
Olympisch goud is het hoogst haalbare voor Zoe, Kate en Jack. Al relativeert Cleave in de woorden van Zoe wat dit goud waard is: “Mensen zien me op het podium staan en ze denken dat ze glorie zien, maar het enige wat ze zien is die ene glanzende minuut waarin ik uit de troep die ik gemaakt heb ben verrezen om daar te komen.”
Eerder zijn Kleine Bij en Licht ontvlambaar op dit blog beschreven.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=S6n7bbr_yqs]