Een tweedehands auto kan nog verrassend nieuw ruiken als je achter het stuur kruipt voor een proefritje. Dat het luchtje uit een spuitbusje komt om de geur van de oude hond van de vorige eigenaar te verdrijven, doet er niet zo veel toe. De eerste indruk is dat je een lekker ruikende auto gaat kopen.Iemand kan je passeren met een subtiele essence uit een parfumflesje. Vroeger was dat voorbehouden aan vrouwen, maar mannen berollen en bespuiten zich ook in de 21e eeuw. Geur is het zintuig dat meteen werkt als je op deze wereld komt en zonder dat je je er bewust van bent beïnvloedt het je.
Beide geuren zijn echter tijdelijk. De tweedehands auto ruikt na een tijdje als een tweedehands auto en de deodorantroller moet elke morgen worden gebruikt.
Een geur die langer blijft hangen is de boekengeur. Vandaag zit ik met een keuze. Welk boek ga ik lezen? Joseph O’Neils Laagland of Michael Connelly’s Nine Dragons?
Achterflappen lees ik niet omdat uitgevers de neiging hebben een samenvatting op de achterkant te zetten en je meer over de inhoud leert dan wenselijk is voor een verrassende leeservaring. Er zit maar een ding op. Ruiken. Mijn vroegste herinnering aan een lekker ruikend boek is Kuifje en de Zonnetempel van uitgever Casterman. Ik sloeg het open en voordat ik een tekstballon had gelezen zat ik al helemaal in het verhaal. Nu ruikt het album naar een herfstig bospad, maar die lekkere geur heeft het jaren volgehouden. Langer dan de spuitbussen met hun tijdelijke illusie. Even mijn blog afronden, ik ga Michael Connelly lezen.