Niet voor tere zielen.
Vanaf de foto kijkt Gillian Flynn je aan met een Mona Lisa-glimlach die moeilijk valt te rijmen met de inhoud van haar boeken Teerbemind en Duisternis. Flynn schrijft enge boeken en gebruikt daar niet de zoveelste seriemoordenaar voor maar verknipte families. Er zijn nu eenmaal meer families dan seriemoordenaars en hoe verontrustend de seriemoordenaar ook geschilderd wordt, een zoon die op een avond drie familieleden om zeep helpt kruipt meer onder de huid.
Flynn is geboren in Kansas City, Missouri, de omgeving waar haar tweede boek zich afspeelt. Op haar website omschrijft ze haar jeugd kort en bondig; “I was not a nice girl”. Ze wilde misdaadverslaggever worden, maar ontdekte dat ze daar de zenuwen niet voor had. Een aantal jaren schreef ze over film en bezocht ze sets van o.a. Lord of the Rings en Brothers Grimm.
De sprookjes van Grimm zijn voor haar een bron van inspiratie en dan vooral de kwaadaardige stiefmoeders en koninginnen. In haar boeken draait het niet om vrouwen die slachtoffer worden van het geweld van mannen. In haar boeken draait het om het geweld in de vrouw en dat geeft haar een eigen plaats in de misdaadliteratuur en maakt haar verhalen zo veronrustend.
Teerbemind – Camille Preaker is misdaadjournaliste in Chicago (net als Flynn ooit) en wordt door haar baas naar Wind Gap, een plaatsje in het zuiden, gestuurd om verslag te doen van de moord op twee meisjes omdat ze er zelf geboren is.
Zelf was ze blij Wind Gap achter zich te hebben gelaten en al snel wordt duidelijk waarom. Haar moeder blijkt een neurotisch wrak en haar halfzus een wrede Lolita. Langzaam legt Flynn alle zenuwen bloot en komt Gillian achter de waarheid in deze psychologische thriller.
Flynn is bezig met een screenplay voor de verfilming van het boek.
Er zit drie jaar tussen Flynns debuut en haar tweede boek, dat zo mogelijk nog beter is dan haar eerste.
Duisternis – In 1985 worden een moeder en twee dochters vermoord op een boerderij in het midden van Amerika. Eén dochter, Libby, heeft de moordpartij overleefd en op grond van haar getuigenis wordt haar broer Ben tot levenslang veroordeeld.
Vijfentwintig jaar later zit Libby aan de grond en wordt benaderd door een genootschap zoals je die alleen maar in de VS hebt, Kill City. De leden spelen moorden na, verzamelen moordsouvenirs en proberen de waarheid te achterhalen. Kill City betaalt Libby om de hoofdrolspelers te benaderen omdat ze niet geloven dat Ben de moorden heeft gepleegd. In een ritmisch verhaal worden de gebeurtenissen nu afgewisseld met hoofdstukken uit 1985.
Sterk is hoe Flynn Libby schildert als asociale vrouw die langzaam toenadering zoekt tot de wereld. In de VS is haar verweten dat het boek geen happy end heeft. Dat is net zoiets als verwachten dat je na een Big Mac een gezond en voldaan gevoel krijgt.