Ik weet wat jij denkt is het debuut van reclameman John Verdon en volgens de achterflap een regelrechte bestseller in Engeland, Spanje en Denemarken. Een vreemde combinatie van landen als je het mij vraagt. Maar de vraag waar het echt om draait is of het succes terecht is. Ja en nee.
Laat ik met het nee beginnen. Dave Gurney is een gepensioneerde rechercheur die zijn speurdersverleden maar moeizaam achter zich kan laten. Dat zorgt ervoor dat zijn huwelijk met de slimme Madeleine onder druk staat, zeker als hij gevraagd wordt mee te helpen aan een moordonderzoek. De mijmeringen van Gurney over z’n huwelijk zijn niet bijster interessant, omdat er veel wordt gezwegen. De dood van hun kind vele jaren geleden lijkt vooral een gemakkelijke manier om diepgang te suggereren. Een ander punt is de wel erg nadrukkelijke dommigheid in de hogere politieregionen die onwerkelijk aandoet.
Dan het ja. In het boek krijgt een vroegere studiegenoot van Gurney een anonieme brief met het verzoek om een nummer onder de 1000 in gedachten te nemen. In de envelop zit een kleinere envelop met daarop dat getal. Zonder te veel van de inhoud weg te geven blijkt dit het begin van een spannende thriller met veel ouderwetse puzzelelementen en een kat-en-muisspel tussen (serie-)moordenaar en de politie. Tel daarbij de winterse omgeving van de streek, de bijfiguren die mooi ingekleurd worden, de spannende ontknoping en je hebt een boek om ’s nachts lekker door te lezen terwijl je eigenlijk allang het licht uit had moeten doen.
John Verdon krijgt het voordeel van de twijfel.