Eindelijk de Nederlandse Borgen. Heerlijk!, aldus Alexander Pechtold op de achterflap. Je vraagt je af of Pechtold dit voor of na het lezen van Morten heeft gezegd. Of dat hij het zegt hij omdat achter het pseudoniem Anna Levander het journalistenechtpaar Annet de Jong (De Telegraaf) en Dominique van der Heyde, (NOS, Nieuwsuur), zit. En in de politiek is het al gauw voor wat, hoort wat, zullen we maar zeggen. Feit is dat Morten vooral teleurstelt en zeker niet het niveau van Borgen haalt ondanks het Scandinavisch aandoende psuedoniem.
Morten Mathijsen is tweede man in de partij de Nieuw Liberalen. Hij wil een radicalere koers met de partij en dat levert vlak voor de verkiezingen veel virtuele zetels in de Tweede Kamer op. De gebeurtenissen op een feestavond van twintig jaar geleden lijken roet in het eten te gooien.
Marijn is een jonge redacteur bij een gerenommeerde uitgever. Zij vindt een oud manuscript waarin de feestavond wordt beschreven en probeert te achterhalen wat fictie en non-fictie is.
Deze twee verhaallijnen lopen door elkaar, een verhalende techniek die de spanning kan verhogen, maar hier vooral zorgt een struikelpartij. Het lukt Levander niet een van de hoofdpersonen invoelbaar te maken. Morten is privé een behoorlijke flapdrol met zwabberende emoties en als politicus een begaafd spreker, maar vooral een onsympathieke opportunist met hele rare ideeën. Marijn is een verongelijkte jonge vrouw die een paar dagen voor de verkiezingen zo maar mee mag lopen met Morten en zijn spindokter Evelien Bax. Huh?, denk ik dan.
Hopelijk zorgen De Jong en Van der Heyde in het tweede en derde deel voor meer diepgang in de personages en meer politiek gekonkel. Misschien krijgt Pechtold dan gelijk.