“Hermanson heeft de meest waanzinnige fantasie van Zweden” staat op de achterkant van dit boek. Dat leek me wel wat.
Madeleine is de vrouw die in het leven komt van paddestoelexpert Holger Haglund en zijn 22 jarige zoon Gunnar. Holger is een charismatisch man die paddestoelexcursies geeft in een afgelegen bos. Op de cursus komen vrouwen af die niet zozeer voor de paddestoelen komen als wel voor Holger. Zij laten zich mee slepen in zijn poëtische benadering van de paddestoel, wat ze het gevoel geeft dat het eigenlijk om hen gaat.
Madeleine verovert Holgers hart en al snel trouwen ze. Gunnar, de wereldvreemde zoon, valt als een baksteen voor Madeleine en ziet met lede ogen naar zijn vader en kersverse steifmoeder. Het huwelijk houdt het echter nog minder lang vol dan een morielje in de herfst. Holger, moe van Madeleine, manipuleert zijn zoon om van haar af te komen.
Tot dat moment is het een vrolijk boek met wat duistere dreiging, een beetje als een Roald Dahlverhaal. Als Gunnar er achter komt dat zijn vader hem een loer heeft gedraaid krijgt het boek een heel ander karakter. Het wordt erg lichtvoetig en gebeurtenissen volgen elkaar snel op. Het is net alsof Hermanson iets anders wilde doen nadat ze de eerste helft van het boek had geschreven. Daardoor raakt het verhaal uit balans. Het verhaal heeft een happy end zoals je alleen in Hollywood tegenkomt. Toch de moeite waard, al was het alleen maar vanwege de paddestoelen die een cruciale rol spelen.