Ontmoet Ludwig Licht. Ex-Stasi en voormalig manusje-van-alles bij de CIA. Eigenaar van twee restaurants in Berlijn, die er vooral lijken te zijn om zijn alcoholbehoefte te onderhouden. Een zelfdestructieve cynicus met de nodige zwarte humor. Dat is de cv van Ludwig Licht. Voor een vijftiger weinig hoopvol om van een zorgeloze toekomst te genieten. Zeker niet als je weet dat hij nog een forse schuld heeft uitstaan bij de Oost-Europese maffia.
Maak dan ook maar kennis met Clive Berner, die onder de naam GT in de dagen van de Koude Oorlog als belangrijke CIA-man in Berlijn de zaken regelde. Die GT staat trouwens voor gin-tonic, een bijnaam die je eerst moet verdienen. GT’s dagen bij het bureau zijn geteld, ook al omdat de frontlinie van het vrije westen niet meer bij de Berlijnse Muur ligt, maar zich verplaatst heeft naar het Midden-Oosten.
Rond deze licht uitgerangeerde spionnen heeft Thomas Engström een kwartet spionage-thrillers geschreven, die voor de liefhebber van het genre smaken als een gin-tonic met schijfje citroen op een warme zomerdag. Ondanks de katers, de vermoeide lijven en het haperende denkwerk rekent het duo af met hun tegenstanders. Dan blijken de mannen geenszins uitgerangeerd of lachwekkend. Met hun ervaring en in Ludwigs geval zelfs een zekere doodsverachting, zijn ze uitermate geschikt om de schimmige zaken uit het eerste en tweede deel op te lossen. Deel 3 en 4 heb ik nog tegoed. Een mooi vooruitzicht voor deze spionageliefhebber.