Later word ik burgemeester verkondigt hij als schooljongen. De zoon van een hardwerkende meubelmaker groeit op in Amsterdam en bezoekt het gymnasium in Hilversum. Daarna studeert hij politicologie en wordt voorzitter van de JOVD. Op 25-jarige leeftijd komt hij in de boeken als het jongste kamerlid.
Oud-hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant Pieter Sijpersma heeft ruim zeven jaar aan de biografie gewerkt. De auteur is er glansrijk in geslaagd om van dit meer dan 700 pagina’s tellende boek een uitstekend leesbaar verhaal te maken. `Hans Wiegel de biografie´ staat vol met verhalen en anekdotes. De VVD coryfee wordt niet alleen maar op het schild gehesen, een eis die hij vooraf uitdrukkelijk heeft gesteld. Voor- en tegenstanders komen aan het woord en de hoofdpersoon heeft zelf openhartig meegewerkt aan deze levensbeschrijving. De biografie geeft een prachtig tijdsbeeld van de (politieke) geschiedenis van de jaren ’60, ’70 en ’80. Om erachter te komen wat zijn drijfveren zijn, neemt de schrijver ook een duik in het persoonlijke leven van Hans Wiegel.
Van huis uit is Hans Wiegel zeer verlegen, maar hij barst van de ambitie en wil graag in de belangstelling staan. Dat hij beschikt over de gave van het woord en humoristisch is, komt goed van pas. Deze geboren politiek acteur heeft veel gevoel voor theater en een zekere hang naar decorum is hem niet vreemd: driedelige pakken met horlogeketting en dikke sigaren. De politicus gebruikt graag een kwinkslag -‘ik ben de beste president die Nederland nooit heeft gehad‘- en schroomt niet zijn tegenstanders op de kast te jagen. Toch is het politieke spel vaak belangrijker dan de knikkers. Hij staat niet bekend als een dossiervreter en aan lange vergaderingen heeft hij een hekel. Liever besteedt hij meer tijd aan zijn gezin. De plaaggeest van Joop den Uyl (zie video!) spreekt de taal van het volk en reist stad en land af voor spreekbeurten in alle uithoeken van het land. Instinctief voelt hij aan wat er leeft onder de gewone mensen. In het langzaam ontzuilde Nederland heeft Wiegel heel bewust van de wat elitaire VVD een brede volkspartij gemaakt. Dit moet als zijn grootste verdienste worden gezien.
Plotseling, op pas 41-jarige leeftijd, keert hij de landelijke politiek de rug toe en wordt Commissaris van de Koningin in Friesland. Hier en ook als voorzitter van de zorgverzekeraars zal hij zijn ‘acteerwerk’ tot ware kunst verheffen. In Den Haag schittert hij nog één keer tijdens de beruchte Nacht van Wiegel (1999), waarin hij als senator het paarse kabinet van Wim Kok aan het wankelen brengt. Hierdoor drijft hij steeds verder af van zijn eigen partij. Na zijn pensionering verschijnt hij nog met enige regelmaat in de landelijk media.
Het persoonlijke leed dat Wiegel heeft getroffen behoort tot het collectieve geheugen van Nederland. Tweemaal verloor hij de vrouw van wie hij hield. Beiden kwamen bij een noodlottig auto-ongeluk om het leven. Hij heeft er nooit over willen praten. Pieter Sijpersma besluit zijn epiloog met de volgende regels, die zich nauwelijks met droge ogen laten lezen.
“Zijn verdriet is niet opgelost in de tijd, maar zit nog diep in zijn binnenste. Zodra de naam van Marianne of Jacqueline valt, praat hij langzaam en aarzelend. De stem wordt brokkelig en bijna onhoorbaar – breekt soms. Hans Wiegel wenst zijn zegeningen te tellen, maar zijn leven is ook getekend door verlies.”