Het varken in de boom

In de bibliotheek van Heerenveen werd de vraag gesteld: Wat is de tekst van het versje ‘Yn ‘e Haske hinget in baarch yn ‘e beam’?
Die vraag was niet zo eenvoudig te beantwoorden.

“Yn ‘e Haske hinget in baerch yn ‘e beam” is volgens het Wurdboek fan de Fryske taal een “volksdeuntje”. In de boeken met Friese volksliedjes vonden we niets.

"Doe't de baarch noch yn 'e beam hong"Om de tekst en oorsprong van dit liedje te achterhalen, ligt het het meest voor de hand om te  kijken in het boek “Doe ’t de baarch noch yn ‘e beam hong” van Sietse Krikke.
Twee maal wordt de baarch in dit boek genoemd.
Op blz. 80 staat:
“Volgens overlevering hing er op zekere dag een pas geslacht varken van Andries Obbes in een der appelbomen (Het was indertijd niet ongebruikelijk om een geslachte krulstaart aan een ladder te hangen). Op dat moment passeerde de tram. Een groepje reizigers begon toen – geïnspireerd door dit schouwspel – spontaan te zingen. Het befaamde twee-regelige lied “Yn ‘e Haske hinget in baarch yn ‘e beam, baarch yn ‘e beam” zou aldus zijn ontstaan. Oudehaske kreeg er grote bekendheid door. Al vóór 1900 werd de ‘baarch’ bezongen. Het lied, waarvan de melodie wel ouder zal zijn dan de tekst, is jaren geleden op de plaat gezet.”
Op blz. 223 staat een krantenberichtje uit 1906 over de ‘Hasker Merke”, die eindigde met dansen op o.a. de baarch yn ‘e beam.

In 1989 heeft dit deuntje de gemoederen beziggehouden in de rubriek ‘Sa sydlings’ in de Leeuwarder Courant, geschreven door Freark Dam.Op de deun van “En van je hela hola” kwam na het zinnetje van de baarch nog een hele rij soortgelijke zinnen over andere Friese plaatsen. Er was waarschijnlijk  geen vaststaande inhoud of volgorde, gezien de vele reacties op het eerste artikel.

Op 26 mei 1989 staat in deze rubriek (voor het gemak in het Nederlands vertaald):
“Als kind leerden we het al. Het was op de onvergankelijke wijze van  “en van je hela hola…” een van de verplichte nummers op onze schoolreisjes. Generaties hebben het gezongen en aan nieuwe generaties doorgegeven en naar ik aanneem is dat heden ten dage nog het geval. Zo bezien kan men Oudehaske het meest bezongen dorp van Friesland noemen. (…)
Blijft de vraag waar dat versje, dat wil zeggen die ene regel, vandaan komt. Tot nu toe heb ik het antwoord op deze vraag niet kunnen vinden.”

Blijkbaar werd er een vervolg aan die ene regel gebreid:

“Yn ‘e Haske hinget in baarch yn ‘e beam (baarch yn ‘e beam – bis)
En op ‘e Lemmer sit in bokking op ‘e fyts (bokking op ‘e fyts – bis)
En yn Deinum stiet in sipel op ‘e toer (sipel op ‘e toer – bis)
Verder zijn we met elkaar nooit gekomen voor zover ik (= Freark Dam dus) weet. De Lemster bokking en de Deinumer sipel zijn varianten die later zijn toegevoegd.”

Freark Dam vroeg om aanvullingen van lezers, en dat heeft hij geweten.
In het artikeltje ‘By Dokkum om’ publiceert hij de aanvullingen van lezers:

Van W.T. Beetstra uit Leeuwarden:
En yn Boalsert stiet in oaljekoekekream
En yn Dokkum stiet in taaiman rjocht oer ein
En yn Oerterp ha se in kealtsje strûpt

Van Tsj. Postma uit Dalen:
En yn Weinterp ha se in ein fersûpt
En yn ‘e Himrik ha se in kealtsje strûpt

Van de heer Klaassen uit Heerenveen:
Yn Ketlik binn’de sânrapen gear
Yn Mildam dêr stean de blêdeklauwers klear

Later kwamen er nog meer varianten binnendruppelen:

En op ‘e Jouwer sit in keallepoat op ’t dak
En yn ‘e Knipe leit in faam yn ‘e feart
Yn de Wâlden ha se in knyntsje strûpt
Yn Akkrum siet in skythûs op ‘e wâl
En yn Warkum stiet in taaiman op op ‘e dyk

Een lezer gaf aan dat het in jongerenkampen gewoonte was om, als ze eenmaal met de baarch begonnen waren, er op alle dorpen zelf een regeltje bij te bedenken.


Wat deed dat varken in de boom?

Er kwamen twee verhalen binnen over de oorsprong van het versje, die vrij veel op elkaar leken.

Versie 1 (dit is ook de versie zoals die het boek van Sietse Krikke staat):
Slager Andrys Obbes de Jong (1851-1936) hing zijn varkens nooit op de ladder, maar altijd in een boom. Een reisgezelschap uit Lemmer, dat per tram door de Haske reed, zag dit en daarmee was de tekst geboren.  Althans, volgens Teake B. Hoekema die het verhaal in 1957 hoorde van Anske Johannes de Jager, in Oudehaske geboren in 1895.

Versie 2:
Slager Gerben Dykstra had blijkbaar geen ruimte voor een geslacht  varken en daarom kwam het beest in de boom te hangen. Toevallig kwamen er een paar niet al te nuchtere mannen langs en die hebben toen dat liedje uitgevonden. Dit verhaal is afkomstig van kleinzoon Henk Veenstra, die het weer had vernomen van zijn moeder, die het varken zelf had zien hangen.

Freark Dam gokt op de 1e variant. Lemsters hadden altijd een talent voor het  maken van pakkende songteksten. Bovendien had slager Andrys Obbes de Jong destijds zijn slagerij dichtbij een tramhalte.

Zijn er lezers die hier meer over kunnen vertellen, of nog andere varianten op de tekst van het versje kennen? Reacties zijn welkom; dat kan onder dit artikel, maar ook via  mail.

5 gedachten over “Het varken in de boom”

  1. Naar goed gereformeerd gebruik zongen wij als gezin op zondagavond rond het harmonium geestelijke en wat lichtere liederen. Dit was er 1 van, maar wij zongen: En yn Aldehaske hinget in baarch yn ‘e beam. En later Deinum etc. Slaat ook eigenlijk nergens op….

  2. Wat een aardigheid, kun je nu toch ook niet meer voorstellen dat je samen thuis aan het zingen bent. Ik ken dit fenomeen helemaal niet, wel klassikaal zingen op de lagere school, vond ik altijd wel leuk. Nu zing ik alleen in de kerk, thuis is mij verboden door de jongens (?!)

  3. simone van velze

    Wie had dit nu kunnen denken: via mijn nicht in Amsterdam die het daar aan kennis vroeg, die het op haar beurt vroeg aan haar zus in Leeuwarden, is het antwoord gevonden.

    En yn ‘e Haske hinget in barich yn ‘e beam
    barich yn ‘e beam, barich yn ‘e beam
    En yn ‘e Haske hinget in barich yn ‘e beam
    barich yn ‘e beam

    En wie dy âlde barich no mar dea
    no mar dea, no mar dea
    En wie dy âlde barich no mar dea
    no mar dea

    Dan krigen wy wer lekker spek op brea
    spek op brea, spek op brea
    Dan krigen wy wer lekker spek op brea
    spek op brea

  4. Reactie via e-mail:

    Als aanvulling op jullie artikel:

    En yn e Knipe fytst een kikkert op e fyts, kikkert op e fyts…………………

    Door Heit (Wiepie Arndt, Jobbegea) aan ons geleerd in de zestiger jaren, geen idee waar hij het vandaan had en we kunnen het niet meer vragen want hij is vorig jaar overleden.

    Met vriendelijke groet,
    Peter Arndt

  5. Yn myn Wylpster tiid waard dêr ek wol songen:
    ‘En yn Mearum ha se yn ‘e tsjerke poept'(bis).
    Neffens myn sisman gong dat werom op in histoarysk ferhaal oer in persoan dy’t nedich út ‘e broek moast; de tsjerkedoar stie iepen en doe wie er dêr mar even sitten gien.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven