Door Ineke van Erp
Wat een mooie gedachte. Een museum in Parijs waar mensen voorwerpen kunnen brengen met een verhaal over een verbroken belofte. En dit verhaal vertellen ze zelf. Een voorwerp aan dit museum schenken is een manier om te gaan met iets wat is misgegaan in je leven. Achter het glas van de vitrines vermengen zich jaloezie, woede, verlangen, teleurstelling en verdriet.
De romanticus in mij hoopte op mooie verhalen achter de voorwerpen in dit museum. Het gaat echter vooral over de verbroken belofte in het leven van de curator van het museum, Laure Carlysle. Je gaat terug in de tijd, Praag 1985, het leven achter het IJzeren Gordijn tijdens de Koude Oorlog. Laure werkt er als nanny. Ze ontmoet de dissidente muzikant Tomas en wordt verliefd. De liefde bloeit op in de beklemmende wereld van overheidscontrole, verklikkers, telefoontaps, en arrestaties zonder aanklacht. Er is ondergronds verzet, vormgegeven in muziek, theater en poppenspel. In deze wereld raakt Laure verzeild door haar liefde voor Tomas. Maar op haar werk verkeert zij in een andere wereld, haar werkgever is werkzaam voor de inlichtingendienst. Althans, dat denk je. Wat is waar en wat is niet waar? Overal zijn spanningen en bovenal twijfel. Is Tomas de persoon die Laure denkt dat hij is? Wie is nou eigenlijk te vertrouwen?
Ik heb het boek een paar keer weggelegd omdat het zo’n ongemakkelijk beklemmend gevoel geeft. Het is geschiedenis, maar zeer recent! Zo lang is het toch niet geleden? We hebben het hier over Tsjechoslowakije in de periode net voor de Fluwelen revolutie in 1989. Onder het communistische regime had de bevolking weinig vrijheden.
“Hier is wat geschreven is door de autoriteiten de waarheid, ook al weet iedereen dat het niet klopt, inclusief de autoriteiten zelf”.
Ook al speelt in dit boek een liefdesverhaal, het gaat vooral over twijfel, schuldgevoel, hoop, onderdrukking, leugens, vergiffenis, bedrog en straf. Eén zin blijft me bij:
“Het virus van angst suisde door haar aderen”.
Dit is een verhaal dat onder je huid gaat zitten.