Het is donker en ze zit op een stoel in haar woonkamer te wachten op de kookwekker. Naast haar ligt haar hond. ’s Nachts, op de automatische piloot, een cake bakken is haar niet vreemd. Vannacht wordt het een Russische tulband. In haar bed ligt een man tevreden te slapen die ze die ochtend heeft ontmoet. Ook dat is al vaker gebeurd.
Tijdens haar dwalingen in de keuken mijmert de naamloze hoofdpersoon over de afgelopen dag die ze met de nu slapende man heeft beleefd. Tegelijkertijd denkt ze terug aan de ongrijpbare gebeurtenis die haar leven drastisch heeft verandert. Haar man beroofde zich 14 jaar geleden van het leven, achter in zijn experimentele witlofkas, op hun boerderij. Waarom hij dat deed is voor haar nog altijd een raadsel.
Zo lopen er drie verhaallijnen door elkaar en wandelen we met de hoofdpersoon mee door haar gedachtegang en de versleten houten vloeren die haar man destijds heeft gelegd.
´- we waren het erover eens dat harde witte lakens verreweg het prettigst waren om tussen te slapen, … – en dat de grote hartstochten vast nog wel zouden komen. ´
Deze novelle speelt zich af over een tijdsbestek van één nacht. De schrijfstijl sluit hier feilloos op aan; Het boek leest als een lome nacht, waarin het contrast tussen veel gedachten in hetzelfde ogenblik als de eigenaardige stilte van de nacht, elkaar vindt.
De novelle is een beknopt maar vol verhaal. Vangt aan zonder waarschuwing en is alweer voorbij voor je er erg in hebt. Een boek over liefde en berusten in een leven vol vragen, waar je nooit een antwoord op zult krijgen, perfect voor een avond op de bank. Of een nacht waarin je de slaap niet kunt vatten.