Uit IJsland komt deze uitstekende Scandi-noir. Als een grote ferry uit Denemarken aanlegt in de haven van het afgelegen dorp Seydisfjördur, wordt door een visser een romp uit het water gevist. Politie-inspecteur Andri legt de link met de ferry. Het schip wordt aan de ketting gelegd en hier begint het onderzoek naar de moord op een onbekende man.
Andri, gespeeld door Ólafur Darri Ólafsson, is een (teddy-)beer van een kerel met een woeste baard, een zwaar gemoed en een melancholieke oogopslag. Een man waar ik een enorm zwak voor kreeg.
Terwijl Andri probeert de passagiers aan boord te houden raast een sneeuwstorm over het land waardoor het dorp onbereikbaar is voor de buitenwereld. Zonder versterking uit Reykjavik probeert Andri de moord op te lossen samen met zijn twee assistenten. Hinrika ontpopt zich als een prima politievrouw met een groot hart en de licht onnozele Asgeir blijkt zo nu en dan zeer waardevol.
Met de storm worden de problemen voor Andri nog groter als er in het ingeslapen dorp veel meer aan de hand blijkt te zijn. Achter een brand uit 2008 in een oude visfabriek, zit meer dan toentertijd werd gedacht. Bovendien is het niet pluis op de ferry.
Regisseur Baltasar Kormákur (Everest) blijft je verrassen met wendingen en fileert de kleine gemeenschap als een pas gevangen kabeljauw. De korte dagen en lange nachten, het opgesloten zitten in het ijskoude Seydisfjördur en de uitstekende acteurs maken het sfeervolle verhaal een aanrader voor iedere thrillerliefhebber.