Dagboek van een groepsreis

Het Surinamedagboek – Merijn de Boer

In 1955 maakte de uit Suriname afkomstige schrijver Albert Helman een reis in zijn land van herkomst. In 2011 treedt onze hoofdpersoon, Merijn de Boer, in zijn voetsporen. Hij reageert op een oproep in De Groene Amsterdammer voor de literaire groepsreis door Suriname. Als beginnend schrijver spreekt hem dit wel aan. Al gauw krijgt De Boer telefoon van de organisator van de reis met de vraag of hij een reisverslag wil maken van hun tocht over de rivieren van Suriname.

Dat de reis niet wordt wat De Boer ervan had verwacht, wordt duidelijk wanneer hij kennis maakt met de medereizigers. Dat de reisorganisatie de naam ‘paradijsvogels’ draagt, lijkt ook goed te passen bij het gemêleerde gezelschap en er ontstaan hilarische situaties: Eljaar, de reisleider met een alcoholprobleem haakt af als hij dronken in een zwembad valt en naar het ziekenhuis moet, nog voor ze überhaupt een voet in een boot hebben gezet.  
Sjors en Tonnie, het getrouwde stel, zorgen voor de nodige irritaties binnen de groep. Met name Sjors en zijn opschepperige verhalen over avontuurlijke reizen in Afrika.
Met André, de professor, lijkt Merijn de beste klik te hebben. Niet geheel toevallig is André, naast Merijn, de enige die interesse in literatuur en Albert Helman lijkt te hebben.
Julius is een overspannen man met drie kinderen, een vrouw en een drukke baan. Net voor ze de jungle intrekken en afgesloten zullen zijn voor de buitenwereld, vertelt zijn vrouw hem ze in verwachting is van de vierde. Dit lijkt voor Julius de druppel. Op Rambo-esce manier lijkt hij zichzelf te verliezen in het oerwoud. Het liefst zonder shirt.
De immer relaxte stand-in begeleider Enzio kijkt lachend toe.

De Boer beschrijft afwisselend de gemoederen in de groep en zijn ervaringen over de tocht. Hij doet zijn best om de overeenkomsten die hij ziet met de reis van Helman te beschrijven, maar ook deze lijken vaak wat tegen te vallen: Het lawaai van de motor en de constante regen zorgen ervoor dat het schrijven niet echt lukt zoals De Boer had gehoopt. En of de treinrails die ze in de jungle tegenkomen ook daadwerkelijk dezelfde is als die Helman tegenkomt weet hij niet zeker. Hij gaat er maar vanuit.

‘Er is afgesproken dat ik nog wel over Helman zal vertellen, maar ‘vooral niet te vaak’ om Sjors te citeren. André was zo sympathiek om op te merken dat hij het bespottelijk vindt dat er tijdens de Helman-reis niet over Helman gesproken kan worden. Hij zei dat de rest niet zo moest zeuren.

De Boer doet verwoede pogingen om interesse te wekken voor de overleden schrijver, maar de groep is duidelijk niet geïnteresseerd. Dit merken we in het dagboek: het geromantiseerde beeld wat Merijn heeft over de reis, verdwijnt langzamerhand wat naar de achtergrond en we lezen vooral beschrijvingen van de dagelijkse perikelen. Erg is dit zeker niet, dit is eigenlijk het vermakelijkst om te lezen.  

Het Surinamedagboek lijkt in ieder geval deels autobiografisch; behalve de naam van de hoofdpersoon komen carrière en zelfs de naam van zijn baas overeen. De cliché over jezelf vinden in de jungle is in deze roman niet van toepassing, gelukkig. Of we meer te weten zijn gekomen over Helman? Niet echt. Of dat erg is? Niet echt.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven