Laat de wereld achter van Rumaan Alam wordt verfilmd, maar daar zou ik niet op wachten. Alam vertelt een beklemmend verhaal over een wit gezin dat afreist naar een luxe en afgelegen huis op Long Island om vakantie te vieren.
Als hun eerste vakantiedag bijna ten einde loopt wordt er aangebeld. Meteen schiet de stress Amanda en Clay in het lijf. Wie belt er zo laat aan? Op de stoep staan de zwarte, wat oudere eigenaren van het huis. In deze scene laat Alam meteen zien wat een goede schrijver hij is.
Het ongemak van deze ontmoeting spat van de bladzijden. Dit ongemak blijft door het hele boek door sudderen. De eigenaren vragen of ze binnen mogen komen. In Manhattan is de stroom uitgevallen en hun tweede huis lijkt een veilige haven.
In het huis is nog wel stroom, maar tv en internet werken niet, zodat niet duidelijk wordt wat er aan de hand is. Een aantal gebeurtenissen verhogen de spanning. Alam beschrijft de gedachten van de zes bewoners en neemt daar de tijd voor. Gedachten die botsen met sociale conventies, alleen de kinderen lijken oprecht. Dat doet hij fantastisch, alle menselijke tekorten komen op de keukentafel, het epicentrum van dit boek. Met een alwetende verteller die slechts hier en daar wat los laat, weet je als lezer slechts weinig meer dan de personages, behalve dan dat er iets goed mis is in het oosten van de VS.
De rustige manier van vertellen, het gebrek aan actie en het open einde zal niet iedereen aanspreken, maar wat heeft Alam een mooi en rijk boek geschreven. Hij roert op bijna nonchalante wijze thema’s als racisme, klasse en gezinsleven aan en dwingt de volwassenen hun tekortkomingen onder ogen te zien. En dan is er nog die apocalyps (?) op de achtergrond.